Van meten naar begrijpen: hoe bodemsensoren fruitteelt toekomstbestendig maken
In de fruitteelt is water meer dan alleen een groeifactor, het is een strategische hulpbron. Door droogte, verzilting en stijgende kosten wordt efficiënt omgaan met water steeds belangrijker. Toch gebeurt irrigatie in veel boomgaarden nog op gevoel: kijken naar het gewas, luisteren naar ervaring. Dat werkte jarenlang prima, maar het klimaat dwingt ons om preciezer te worden.
De uitdaging zit niet in méér water geven, maar in beter begrijpen wanneer en waar water echt nodig is. Bodemsensoren helpen daarbij: ze maken zichtbaar wat er onder de grond gebeurt, nog vóórdat het gewas iets laat zien.
Waarom meten pas het begin is
Sensoren zijn geen doel op zich. Ze geven data, maar het gaat erom wat je ermee doet. De echte waarde ligt in het vertalen van die metingen naar beslissingen in het veld: wanneer start je een ronde, hoeveel geef je, en hoe diep komt het water terecht?
Door die inzichten te koppelen aan gewasgroei, bodemtype en weersverwachting ontstaat een slimme irrigatiestrategie. Niet meer werken op onderbuikgevoel, maar op inzicht. Dat levert niet alleen waterbesparing op, maar ook vitalere bomen en een stabielere productie.
Wat we leren uit de praktijk
In Zuid-Beveland lopen twee fruittelers, Jaap Slootweg uit Waarde en Marco Schipper uit Kapelle, voorop in het slimmer maken van irrigatie. Hun boomgaarden en omstandigheden verschillen, maar hun doel is hetzelfde: water effectiever inzetten.
Binnen een pilot van Van Iperen en Netafim werkten beide telers met bodemsensoren om hun irrigatie te verbeteren. Jaap werkte al langer met sensoren en wilde verder verfijnen. Marco beregende nog op ervaring, maar wilde meer grip. Door hun resultaten te vergelijken zien we hoe data en praktijk elkaar versterken.
De onderstaande grafieken tonen het verschil tussen irrigatie op ervaring (praktijk) en irrigatie op basis van bodemsensoren (pilot).
In de bovenste grafiek is het vochtverloop te zien zoals de teler dat zelf aanstuurde; in de onderste grafiek wordt zichtbaar hoe sensordata helpt om het vochtgehalte preciezer te regelen doorheen de maand juli.

Irrigatie op ervaring (praktijk): Elke gekleurde lijn geeft de vochtwaarde weer op een andere diepte (bijv. Praktijk 10 = 10 cm diepte). Dit toont hoe de teler op gevoel het vocht in de bodem aanstuurt, zonder gebruik van sensordata.

Irrigatie op basis van sensordata (pilot): Elke gekleurde lijn geeft de vochtwaarde weer op een andere diepte (bijv. Pilot 10 = 10 cm diepte). De metingen van bodemsensoren zijn gecombineerd met periodieke grondboringen om een nauwkeurig beeld te krijgen van het vochtverloop. Op basis van deze data is het irrigatiemanagement gericht bijgestuurd.
Meer over deze pilot lees je in het artikel van onze partner Van Iperen:
ViP | Hoe bodemsensoren de boomgaard verduurzamen.
Waar de één dankzij metingen leert bijsturen, ontdekt de ander hoeveel preciezer water geven kan zijn dan gedacht. Dat is precies de kracht van deze aanpak: het combineert kennis, technologie en vakmanschap.
Fertigatie: voeding in balans met water
Water en voeding zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In droge omstandigheden neemt een boom minder voeding op, hoe goed de bemesting ook is. Door fertigatie, het toedienen van voeding via het irrigatiesysteem, brengen we beide factoren in balans.
In de praktijk zien we dat zelfs in natte jaren fertigatie verschil maakt. Een boom die gewend is aan regelmatige vochttoevoer, reageert sterk op plotselinge droogte. Door het vochtgehalte continu te volgen en tijdig bij te sturen, blijft de opname op peil. Dat vertaalt zich direct in de kwaliteit van het fruit.
De bodem als vertrekpunt
Geen twee boomgaarden zijn gelijk. Kleigrond vraagt een andere aanpak dan zand of leem, en zelfs binnen één perceel kunnen verschillen groot zijn. Daarom begint precisie-irrigatie altijd met een goed begrip van het bodemprofiel.

Bodemstructuur per diepte (praktijkaanpak)

Bodemstructuur per diepte (pilot)
Sensoren geven inzicht in wat er onder de wortels gebeurt, maar het blijft belangrijk om die data te koppelen aan lokale kennis: hoe houdt de bodem water vast, hoe snel droogt hij uit, en waar liggen de actieve wortelzones?
Door techniek en ervaring te combineren ontstaat maatwerk op perceelsniveau, precies wat duurzame fruitteelt nodig heeft.
Een nieuwe manier van werken
Telers die met sensoren aan de slag gaan, merken al snel dat ze anders besluiten gaan nemen. Je ziet eerder wat er in de bodem gebeurt en kunt bijsturen vóórdat het gewas iets laat zien. Vroeger wachtten we tot de bladeren iets vertelden, nu kunnen we al handelen op data en ervaring samen.
Dat maakt irrigeren minder een kwestie van gevoel, en meer van gericht sturen.
Inzichten voor de toekomst
De eerste resultaten laten zien dat precisie-irrigatie werkt, niet alleen technisch, maar vooral economisch en ecologisch. Het zorgt voor:
- Sterkere, veerkrachtigere bomen
- Grotere vruchten
- Minder waterverbruik
Wie vooruit wil in fruitteelt, zal moeten investeren in inzicht.
Dat begint bij meten, maar eindigt bij begrijpen wat die metingen betekenen voor je bodem, je gewas en je bedrijf.
Vier aandachtspunten voor de praktijk
- Begin met een bodemprofielanalyse voordat je sensoren plaatst.
- Gebruik data als hulpmiddel, niet als einddoel.
- Combineer meten met ervaring: cijfers én gevoel.
- Laat de bodem leven, dat is de basis voor weerbare teelt.
Elke druppel telt, maar niet elke druppel hoeft te vallen.
Wie inzicht krijgt in wat de bodem vertelt, kan preciezer sturen en duurzaam groeien.
